Garnwerd was tot zekere hoogte een wereld op zichzelf en invloeden van buitenstaanders werden op z’n merites beoordeeld. Andersom hadden inwoners soms een uitgesproken mening over de dorpelingen die ‘anders deden’ en zich te werelds opstelden. Zo ook Jaap de Blécourt.
Als zoon van de plaatselijke timmerman Klaas Jan de Blécourt had hij altijd al meer belangstelling voor alles wat groeide en bloeide dan voor het timmerwerk van zijn vader. Het begon er mee toen hij voor het eerst koolplantjes pootte, daaraan enorme wittekolen zag groeien waar de buurvrouw zelfs geld voor over had. Dit was het begin van Jaaps tuinierdersleven.
Na de Mulo volgde hij een opleiding bij de tuinbouwschool te Paterswolde, werkte hij tussendoor bij kwekerij Bakema in Winsum, ging naar de tuinbouwschool te Aalsmeer en stapte vervolgens over naar de school voor boomkwekerijproducten in Boskoop. Maar toch had Jaap zijn draai nog niet helemaal gevonden en toog vervolgens naar een rozenkwekerij in Engeland. Dit viel in het dorp iedereen op, zo ook Tante Antje.
Zij beklaagde zich hierover tegen de ouders van Jaap: ‘Wat mout er toch ooit van Jaap word’n? Hai is aaltied moar vot’. Daar zat wel een kern van waarheid in, want na Engeland werd de overstap gemaakt naar de tuinen van Versailles in Frankrijk en naar Winterthur in Zwitserland.
Maar nog was het eind van zijn reisdoel niet in zicht, want Jaap toog in 1958 naar Grand Hotel op Mackinac Island in de Verenigde Staten. Een omgeving met veel paarden en luxe koetsen. Tegelijk de omgeving waar hij Charlotte leerde kennen met wie Jaap trouwde en een dochter kreeg. Toen bleek dat hun dochter in hoge mate allergisch was voor hooi en paarden, ging Jaap met zijn gezin op zoek naar een andere omgeving. Uiteindelijk werd dat zijn huidige woonplaats Holland (Michigan). Hier vonden jaarlijks de grootste tulpenfestivals van de Verenigde Staten plaats en kreeg Jaap in Holland de leiding over alles wat tuinen te maken heeft. In die periode kwamen ook de bekende molen ‘De Zwaan’ en een carrousel uit Pekela naar Holland. Na de geboorte van het derde kind ging de gezondheid van Charlotte achteruit en is ze overleden.
Jaap denkt nog dikwijls terug aan de tijd in Garnwerd. Ook dat meester Dijkema toch wel verstandige dingen vertelde: ‘Het was niet belangrijk hoe knap je was, maar wel dat het op doorzettingsvermogen aankwam’. Jaap logeert al vele jaren gedurende de zomerperiode in het voormalig ouderlijk huis aan de Burgemeester Brouwersstraat. Nadat John en Suzanne Dohle dit huis hadden gekocht en de zomers grotendeels in hun huis in Frankrijk doorbrengen, maakt Jaap graag van deze gelegenheid gebruik om jaarlijks alle oude contacten en familiebetrekkingen weer op te pakken. Een bijzondere situatie, wat aanvoelt als ‘terug op het oude nest’.
Auteur: Fokko Leutscher
Redactioneel: Henk Meulenbel
Bronvermelding: Janny de Weijs - Artikel in Ommelander Courant 14-07-2011 - Jaap de Blécourt weer even terug op het oude nest.
Jaap de Blécourt weet zich nog een bijzonder voorval te herinneren toen hij met zijn hoogzwangere echtgenote met grote spoed naar het ziekenhuis in Groningen moest. In verband met de negatieve resusfactor en mogelijke complicaties waren de Blécourts vanuit de Verenigde Staten (Holland, Michigan) overgekomen om de bevalling in het Academisch Ziekenhuis door de beroemde professor Joosse te laten begeleiden.
Op het moment dat Charlotte aangaf dat het de hoogste tijd was om naar het ziekenhuis te gaan, spoedde Jaap zich naar taxichauffeur Egbert Hammingh. Daar aangekomen ging Hammingh direct naar de Doorrit om zijn auto op te halen. Maar de auto wilde niet starten want de accu was leeg. Egbert Jr. had de avond tevoren in de auto naar de radio zitten luisteren en deze aan laten staan. Maar zoveel auto’s waren er in Garnwerd niet. Egbert rende met grote spoed naar Klaas van Huis. Daar aangekomen kreeg hij te horen dat Van Huis achter op het land bij het Aduarderdiep was en de autosleutels bij zich had.
Voor Hammingh zat er niets anders op dan zijn conditie nog eens aan te spreken. Gelukkig is alles goed gekomen en beviel Charlotte van een gezonde zoon.
Auteur: Fokko Leutscher